Geschiedenis MAAK

Het ontstaan van MAAK Haarlem

Rondom de eeuwwisseling trok steeds meer maakindustrie naar lage lonenlanden. Hiermee vertrok ook de maakindustrie vrijwel geheel uit Haarlem. Daarnaast was productontwikkeling en innovaties vanwege hoge kosten en ingewikkelde machines voornamelijk voorbehouden aan grote industriële partijen. Maar gedurende de economische crisis na 2008 ontstonden er nieuwe bewegingen.

Door de komst van betaalbare machines als 3D printers, lasersnijders, CNC freesmachines e.d. konden kleine bedrijven en starters ook nieuwe innovatieve producten ontwikkelen en in kleine oplagen produceren. Deze starters waren veelal voormalige werknemers van die grote industriële partijen, die als gevolg van de crisis inkrompen.

Door de verhuizing van Spaarnelanden kwam de huidige locatie ter beschikking. De locatie was prima geschikt om deze nieuwe bedrijvigheid een plek te geven en te clusteren.

Hiermee was in 2014 MAAK Haarlem geboren. Inmiddels hebben ruim 35 innovatieve en circulaire maakbedrijven zich gevestigd bij MAAK. In het midden bevind zich de 3D Makerszone, een unieke plek waar met organisaties, bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen versneld wordt geïnnoveerd. Zo ontstaat er een steeds waardevollere kennis-community met steeds meer productiefaciliteiten.

Verderop op deze pagina lees je uitgebreid over de historie van het Spaarnelanden terrein.

 

Geschiedenis locatie

De Waarder- en Veerpolder

Deze polders aan de oostkant van Zuid-Kennemerland, aan de boorden van het Spaarne en de Liede, vormen de overgang tussen het landschap van de strandwallen en het veengebied. Oorspronkelijk was dit een hoogveengebied dat door ontwatering en ontginning laagveen werd, waar voor de
waterbeheersing vervolgens bedijking en bemaling nodig bleken te zijn. De ophoging van de kaden tot dijken vindt in het begin van de 17de eeuw plaats. Het gebied is dan eigendom van het Hoogheemraadschap Rijnland. Vóór 1594 was het toen nog moerassige gebied eigendom van de stad Amsterdam. Het thans volledig verdwenen Vuilrak, een sterk kronkelende verbinding van het Spaarne met de Binnenliede zorgde voor de ontwatering van de Waarderpolder aan de noordzijde en de Veerpolder aan de zuidzijde. In tegenstelling tot de gebieden westelijk van het Spaarne, waar de strandwal zich uitstrekt en het land buiten de stad bouwlandgebied was, was het veengebied oostelijk van het Spaarne in gebruik als grasland. Van het agrarisch gebruik van de polder zijn in het plangebied slechts twee boerderijen bewaard gebleven.

Industrialisatie
Al vrij vroeg is er in dit gebied ook sprake van industriële activiteiten. In een heel vroeg stadium is dat al een kalkbranderij en in de 19de en het begin van de 20ste eeuw zijn er verschillende molens, o.a. voor het zagen van hout. De Haarlemse elektriciteits- en gasfabriek ontwikkelde rond 1902 het gebied in het uiterste zuidwesten. De zuidwesthoek van de polder tussen het (voormalig) Vuilrak en de boerderij ‘Ons Genoegen’ zag vanaf 1913 de markante hal van machinefabriek Figee verrijzen. Direct ten noorden van de boerderij verschijnt in de 20-er jaren van de 20ste eeuw Hilarius-draadindustrie. Een bouw die vooruit liep op de verdere industrialisering van het poldergebied. In de jaren 30 verhuisde de gemeentereiniging van de Harmenjansweg naar de Oudeweg. Hiervoor werd een vuilverbrandingsinstallatie gebouwd, ten noordoosten van de binnenstad zodat de verbrandingslucht bij de overheersende zuidwestenwind van de stad afdreef. Later volgden opslagloodsen, werkplaatsen en kantoren.

Het terrein van de gemeentereiniging
Alhoewel gefaseerd gebouwd is het terrein van oorsprong sterk symmetrisch van opzet. De kantoorgebouwen aan de zuidzijde zijn van een sobere en eenvoudige baksteen architectuur. Aan de beide koppen van de kantoorgebouwen bevinden zich twee beheerderswoningen. Alhoewel gewijzigd tot kantoren zijn de woningen nog altijd als zodanig in het interieur herkenbaar. Aan weerzijden van de kantoren zijn werkplaatsen gebouwd met kenmerkende sheddaken en oorspronkelijk grote stalen schuifdeuren. De bouwstijl van deze werkplaatsen is eenzelfde sobere jaren 30 baksteenarchitectuur als de kantoren en vormt daarmee dan ook een geheel.
In de as van het terrein staat de grote auto werkplaats. Het betreft een relatief lage hal gebouwd met dezelfde steen als de rest van de gebouwen en een staalconstructie die de hal afdekt met een breed zadeldak. De nok van het dak heeft een lantaarn voor extra daglicht. Aan de zuidwestzijde van het gebouw staat een grote schoorsteen. Deze behoort tot de olieketel in de kelder van het gebouw welke oorspronkelijk alle gebouwen op het terrein van warmte voorzag.
De grote auto werkplaats, de werkplaatsen met de sheddaken en de kantoren vormen tesamen de randen van een omsloten binnenplaats met een bezinepomp. Het gebouwensemble rondom deze binnenplaats is altijd behouden gebleven en in de loop der jaren nog uitgebreid met bijpassende werkplaatsen
Op de achterzijde van het terrein bevond zich van oorsprong een insteekhaven aan het Vuilrak waar een vuilverbrandingsinstallatie aanwezig was. Naast de verbranding van het vuil werd het ook op pontons via deze insteekhaven afgevoerd. De verbrandingsoven is in de tweede wereldoorlog door een bominslag verwoest. De insteekhaven is begin deze eeuw gedempt.
Tussen de verbrandingsoven en het gebouwensemble aan de voorzijde stonden nog enkele bijgebouwen van dezelfde architectuur als voor op het terrein, zoals het inmiddels gesloopte ontsmettingsgebouw.
In 1967 eindigde voor Haarlem de mogelijkheid van afvoer naar de stortplaats van de gemeente Amsterdam. Hiervoor werd er in 1966 achter op het terrein een vuilvermalingsinstallatie gebouwd. Op de betonconstructie reden de vuilniswagens naar boven om het vuil in de vermalingsinstallatie te kiepen. Inmiddels is de hal met vermalingsinstallatie gesloopt. De betonnen hellingbaanconstructie is behouden gebleven, de ruimte eronder diende als stallingsruimte voor diverse voertuigen van de gemeente (strooi-, veegwagens etc.)
Tussen de betonnen hellingbaanconstructie achter op het terrein en de grote auto werkplaats midden was het voormalige milieuplein gesitueerd. Hier bevonden zich ook nog garageboxen, een kantine en het kleedruimten voor het personeel.
In 2005 zijn de Reiniging, Afvalverwijdering en Technische Dienst van de gemeente verzelfstandigd als Spaarnelanden n.v. In 2013 heeft Spaarnelanden een nieuw kantoor, werkplaatsen en milieuplein betrokken aan de Mickelersweg en is het terrein getransformeerd tot het MAAK terrein.